In mijn column van vorige week heeft u kunnen lezen over de vachtverzorging van de Engelse cockerspaniël. Hierin heb ik uitgelegd dat sterilisatie en castratie een grote invloed kunnen hebben op de vacht van de cockerspaniël. Maar ook bent u te weten gekomen dat een Engelse cockerspaniël eigenlijk een plukhond is en geen scheerhond. In de column van deze week ga ik het met u hebben over de vachtverzorging van de teckel. De teckel kent men met een drietal vachtsoorten, namelijk de ruw-, de glad- en de langharig. Ik zal in deze column de verschillen in vachtstructuur uitleggen, en uiteraard weer vertellen hoe u zelf de vacht van uw teckel kunt bijhouden.
Inhoudsopgave
De ruwharige teckel en zijn vacht
De ruwharige vacht, ook wel draadhaar genoemd, bestaat uit een dichte ondervacht met een bovenvacht van harde dekharen. De ruwharige teckel heeft een behaarde kin en borstelige wenkbrauwen. De vacht van een ruwharige teckel heeft gemiddeld eens in het halfjaar een totale rui van dekharen. Zodra de ondervacht van dit soort rassen vervangen is door een nieuwe ondervacht, gaat de dekvacht loszitten. Deze loszittende vacht moet dus geplukt worden, en daarom vallen ruwharige teckels onder de plukhonden. Helaas gebeurt het al te vaak dat (ook erkende) trimsalons de teckels scheren. Dit is de grootste nachtmerrie voor iedere teckel of baasje, omdat dit de vacht van de teckel aantast.
De glad/kortharige teckel en zijn vacht
De gladharige vacht heeft een korte dekharen en heeft nauwelijks tot geen ondervacht. Dit type vachtsoort kent geen echte ruiperiode, honden met dit type vacht verliezen het hele jaar door hun dekharen. De gladharige teckel heeft een glanzende, dikke korte beharing. Ze verharen maar de vacht heeft weinig onderhoud nodig. Het is zaak om uw teckel zo min mogelijk te borstelen. Hoogstens eens per twee weken, eventueel met een rubberen borstel. Nog veel beter is het om niet te borstelen, maar met een vochtig doekje over de vacht van uw hond te gaan. Op deze manier doet u feitelijk precies hetzelfde als met een borstel, de huid wordt gemasseerd en de talg wordt verspreid over de vacht, maar er wordt geen levende haar losgetrokken.
De langharige teckel en zijn vacht
De langharige teckel heeft een zachte, gladde en sluike vacht die bijna als zijde aanvoelt. Een langharige teckel heeft een ondervacht en dekhaar. De vacht van de langharige is relatief eenvoudig in onderhoud, mits je hem dagelijks of om de dag controleert op klitten en eens in de week goed borstelt en doorkamt. Net zoals bij de Engelse cockerspaniël kan door castratie/sterilisatie de vachtstructuur van de ruw en langharige teckel veranderen. Hierdoor kan de vacht op sommige plekken gaan pluizen, doffer of zachter worden. Deze dode haren kunt u bij de langharige teckel het beste laten weg plukken.
Modellen vacht teckel
De teckel is een hond waar weinig aan te modelleren valt. De ruwharige en de langharige teckel hebben eigenlijk vooral vachtverzorging nodig bij de trimmer. Ja, u leest het goed, de glad/kortharige teckel hoeft dus niet getrimd te worden. Ruwharige teckels moeten 2 tot 4 keer per jaar worden “geplukt”. Door te plukken zorg je ervoor dat er ruimte komt voor nieuwe vacht. Plukken is niet pijnlijk omdat die haren verwijderd worden die dood zijn of los zitten. De vacht moet hier wel klaar voor zijn, wordt dit te snel gedaan dan kan dit irritatie van de huid veroorzaken.
Ruwharige teckels worden nog wel eens door sommige trimmers in een Schnauzer- of Terriërmodel getrimd. Waarom ze dit doen, ik heb werkelijk geen idee, want dit hoort niet, het staat niet zo omschreven in de rasstandaard, en het belangrijkste: het is een teckel en niet iets anders. De langharige teckel breng je alleen naar de trimmer toe, als de vachtstructuur is veranderd door castratie/sterilisatie. De trimmer of trimster zal dan de doffe en zachtere haren verwijderen, zodat uw hond er weer uit ziet zoals langharige teckel hoort te zijn.
Zelf de vachtverzorging van uw teckel bijhouden
Om uw hond zo lang mogelijk na het trimmen mooi te houden, is het erg belangrijk om uw hond goed zelf te onderhouden. Dit doet u door de hond regelmatig te borstelen en door te kammen, en dagelijks of om de dag klitcontrole uit te voeren (vooral bij langharige teckels). Maar ook hoort het wassen en droogföhnen bij de verzorging van uw teckel.
Wassen van de teckel
Zet uw teckel in de badkuip of douchecabine. U maakt de vacht nat met de douchekop, waarna de shampoo wordt opgebracht. Gebruik hiervoor wel een speciale hondenshampoo. Voor de langharige teckel kunt u een goede shampoo en conditioner voor gebruiken. Voor het mooiste resultaat bij uw langharige teckel kunt u het beste een hondenshampoo met minkolie kopen. Let er bij het wassen op dat er geen shampoo in de ogen van uw hond komt. Spoel de hond af vanaf de aanzet van het voorhoofd naar achteren. Houd het hoofd van de hond daarbij iets omhoog. Op deze manier kan er geen water in de ogen en neus van de hond lopen.
Pas als het water volkomen schuimvrij is, mag het over de snuit lopen. Houd het hoofd van de hond nu naar beneden, zodat er geen water in de neusgaten kan lopen. Nadat de hond grondig is afgespoeld, moet met de hand of met een speciale handdoek het overtollig water uit de vacht worden verwijderd, ook van de poten. Dan tilt u de teckel op, u wikkelt hem of haar in een badlaken en zet hem weer op de grond (of op tafel) en droogt hem af. Gebruik hiervoor verschillende droge handdoeken.
Heeft u een ruwharige teckel die plukrijp is, dan liever minimaal twee dagen voor de afspraak bij de trimmer niet meer wassen. Dit bemoeilijkt namelijk het plukken aanzienlijk, wat dan weer niet prettig is voor uw hond.
Droog föhnen en borstelen van de teckel
Zorg dat uw teckel goed met de handdoek afgedroogd is. Gebruik een föhn of een waterblazer (een speciale, zeer krachtige fohn). Als je een waterblazer gebruikt, ga je rustig over de vacht heen en niet te snel. Ga pas een stukje verder als er een stuk droog is. Als je hond helemaal droog is, borstel je hem goed door en controleer je bij de langharige teckel met de kam of er geen klitten meer aanwezig zijn.
Als je een föhn gebruikt, blijf dan niet te lang op een en dezelfde plek föhnen. Een föhn kan namelijk heel erg heet worden. Controleer steeds of de plek waar u de föhn houdt niet te warm wordt. Wanneer de hond helemaal droog is, controleer je met de kam of er geen klitten meer in de vacht aanwezig zijn. Mocht dit wel het geval zijn, borstel de klitten er dan uit en controleer opnieuw.
Bijnamen van de teckel
Wist u dat een teckel in de loop der jaren een aantal bijnamen heeft gekregen?
• Doxie
• Hotdog
• Accordeonhond
• Worsthond
• Dachsen
• Wiener
• Dackel
• Taks
• Stoofbuis
• Kachelbuis
• worst op pootjes