Er zijn veel spreekwoorden en uitdrukkingen waar het woord “hond” in voorkomt. Ken jij ze allemaal en weet je wat ze betekenen?
Wij hebben ze op een rijtje gezet:
- ‘t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt.
Het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest - ‘t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan.
Alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden - als honden konden bidden zou het kluiven regenen.
Als is een niet ter zake doende opmerking - als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien.
Als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren - als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen
Een derde profiteert van de ruzie van twee anderen - bekend staan/zijn als de bonte hond met de blauwe staart
Berucht - blaffende honden bijten niet
Zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk - commandeer je hond en blaf zelf
Dat bevel weiger ik uit te voeren - de hond de jas voorhouden.
Iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben - de hond in de pot vinden.
Te laat zijn voor het eten (alles is op). - dode honden bijten niet (al zien ze lelijk).
Van doden is geen gevaar te duchten - een stok vinden om de hond te slaan
Om maar iemand te kunnen bekritiseren een nadelig punt vinden - er was geen hond
Er was niemand - er zijn meer hondjes die Fikkie heten
Er zijn meer mensen met dezelfde naam - het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst.
Het valt hem zwaar tegen - hondenweer
Zeer slecht weer - huilen als een hofhond
Erbarmelijk tekeer gaan - je moet geen slapende honden wakker maken.
Beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / je moet aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen - komt men over de hond, dan komt men over de staart.
Als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf - met onwillige honden is het slecht hazen vangen.
Het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen - trillen als een juffershondje
Van angst trillen - veel honden zijn der hazen dood
Voor de overmacht moet men wel bezwijken - wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
Als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt - wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok.
Als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden - wie met honden omgaat, krijgt vlooien.
Wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over - wie zich voor hond verhuurt, moet de botten kluiven.
Wie zich onderdanig gedraagt, wordt als knecht behandeld - zo scheel als de hondenwacht
Zeer scheel - zo welkom als een hond in de keuken
Absoluut niet welkom - zo ziek als een hond zijn.
Zeer ziek zijn, doodziek op bed liggen