Tijdens het eten is het zeer belangrijk dat de rangorde wordt benadrukt. De leider heeft ook in deze situatie weer de volledige controle.
Roedelleider eerst
In een roedel eet de roedelleider altijd als eerste en daarna pas de rest van de roedel. Geef je hond daarom het liefste eten nadat jij en je gezin hebben gegeten, het is natuurlijk gedrag voor je hond om te moeten wachten totdat de roedelleider heeft gegeten.
Vanaf het moment dat jij het voer klaar gaat maken is het belangrijk dat je hond rustig is. Ga je hond dus niet enthousiast maken met “wil je eten!” maar blijf rustig en negeer je hond. Maak het eten hoog klaar, bijvoorbeeld op het aanrecht zodat je hond er niet bij kan. Wordt hij enthousiast corrigeer hem dan, blijf hierbij rustig maar duidelijk.
Klaar om te eten
Het eten voor je hond is klaar gemaakt, nu is het tijd om hem het eten te geven. Hou de bak met voer hoog bij je, is je hond rustig en heeft hij aandacht voor je, zet de bak dan neer. Stormt je hond op de voerbak af? Corrigeer hem en laat hem op een meter afstand wachten, pas als hij ontspannen en rustig is mag hij gaan eten.
Heb je een puppy? Leer dan al van jongs af aan dat jij als roedelleider het eten weer mag weghalen. Zo bevestig je jezelf als leider en heb jij controle over het voer, zo voorkom je problemen als voernijd. Laat de hond rustig zijn eten opeten, leer kinderen in het gezin ook dat ze de hond niet mogen storen.
Het doel is bereikt als de hond ontspannen zit te wachten op zijn beurt en als de voerbak rustig neergezet kan worden, zonder dat de hond er op af stormt. Je hond zal zijn voer rustig opeten en niet alles heel snel opschrokken zoals je wel eens ziet bij honden. Ontspanning staat centraal!